Elke stad heeft een grote variatie aan kelderroosters. Die bekijk ik als een spel van kant, van licht en donker.
Voor mij een uitdaging om hiermee verder te gaan. Wat zie ik aan de buitenkant, wat van binnenuit? Zoekend naar patronen, ga ik al snel van twee naar drie dimensies. Het materiaalgebruik versobert, uiteindelijk kies ik voor natuurlijke materialen als katoen en linnen. Zo ontstaan eerst de halve bollen en later ook de glasvormen, die het licht willen vangen, dat via het rooster in de kelder komt. Aanvullend worden de gietijzeren roosters levend in een donker tapijt, gehaakt van videobanden. |